Crash en crinkle betekent een kreuklook in textielwaren, waarbij crash een kreukelige textuur is voor een groter oppervlak, terwijl crinkle fijne, kleine kreukjes op een rij zijn.  Een speciaal fixatieproces zorgt ervoor dat de weefsels permanent zo’n kreukeleffect behouden, dat ook na het wassen vormvast blijft. Voor deze technieken worden voor het grootste deel kunstvezels zoals polyamide en polyester gebruikt, omdat die in tegenstelling tot natuurvezels door het wassen en door het lange dragen hun vormvastheid niet verliezen. 

Om lang van deze look te kunnen genieten, wordt de was beter niet in de droogkast gestopt.  SCHIESSER gebruikt crash- en crinklematerialen hoofdzakelijk in de damesbranche om een bijzonder moderne uitstraling te krijgen.

Crochetta of crochet (Fr.= haak) betekent een speciale haaktechniek, die men in de ondergoedsector als puur versieringselement gebruikt. 
Bij SCHIESSER vormen crochetta-naden vooral een leuk detail bij kinderondergoed of zetten ze fijne accenten bij damesondergoed.

Dubbelrib is een van de twee originele kwaliteiten van SCHIESSER naast fijnrib.  Met de introductie van innovatieve vlak- en cirkelbreimachines en nieuwe naaldsystemen in 1923 was het voortaan mogelijk om elastische stoffen te produceren. Dit was gebaseerd op de productie van kousen, waarvan de verwerkingstechniek bestond uit het op deze manier produceren van kousenbanden. 

Hier worden altijd twee linkse steken gebreid, afgewisseld met twee rechtse steken.  Het resultaat: een stevige geribbelde structuur in dubbele rijen.

Elastaan is een synthetisch vervaardigde vezel, die gekenmerkt wordt door zijn bijzondere elasticiteit. De in Amerika uitgevonden kunstvezel kan na vervaardiging tot in zijn zevenvoud uitgerokken worden, en keert daarna weer in zijn oorspronkelijke vorm terug. SCHIESSER gebruikt verschillende elastaanvezels voor afzonderlijke groepen van ondergoed, om de optimale functionaliteit te benutten.  Ondergoed met een elastaangehalte onderscheidt zich niet alleen door een optimale pasvorm, maar blijft ook zeer lang vormvast, verslijt niet, is wrijvings- en zweetbestendig. 

Figuurnaden zijn wigvormige plooien, die een kledingstuk vormen en modelleren. Met een optimaal aangebrachte figuurnaad vleit het ondergoed zich tegen de huid aan en belooft het veel draagcomfort. SCHIESSER heeft echter ook ondergoed zonder figuurnaden dat door uiterst moderne lasercut-technologie volledig naadloos gemaakt wordt en daardoor ook bij kledij die erg nauw aansluit, uiterst glad aanvoelt.

Het ontstaan van de zogenaamde rib-producten dateert bij SCHIESSER van 1923.  Naast stevige dubbelrib ontstond er fijnrib, die geproduceerd werd op nieuwe vlak- en rondbreimachines en met innovatieve naaldsystemen.  Men baseerde zich op de afwerkingstechniek in de kousenproductie, waarbij traditioneel de boordjes van de kousen op deze manier werden vervaardigd.

Fluweel is een uniform, schakerend poolweefsel uit katoen, zijde, polyester, polyamide of andere synthetische kunstvezels. Het zogenaamde echte fluweel of kettingfluweel heeft een vaste grondketting en en losse poolketting. De poolketting wordt versneden, gekamd, geborsteld, geschoren en gladgemaakt. Fluweel is zacht, soepel maar ook drukgevoelig. Fluweel mag niet gestreken worden maar moet gestoomd worden.

Garen is een oneindige, lijnvormige, textielstructuur.  Het wordt vervaardigd uit stapelvezels met een beperkte lengte die gesponnen worden of uit verschillende oneindige draden die getorst worden.  Het soort garen dat gebruikt wordt, heeft een beslissende invloed op de eigenschappen van de stof met betrekking tot het uitzicht (uniformiteit), duurzaamheid (schuur-, scheur-, kreuk-, naadvastheid) en draageigenschappen (absorptie, zachtheid, souplesse). 

Corespun garen

Corespun garen bestaat uit een oneindige vezel (filament) zoals bijv. Lycra®/Dorlastan die versponnen wordt met stapelvezels zoals katoen, wol, linnen of zijde.

Garment-washed betekent een look, die na een speciaal wasproces, eruit ziet alsof het reeds gedragen is.  Hier wordt het materiaal onbewerkt geproduceerd, voorgewassen en pas op het einde gekleurd, zodat het afgewerkte kledingstuk niet meer kan krimpen.

Katoenvezels hebben van nature verschillende lengtes.  Aangezien korte vezels vrij moeilijk verwerkt kunnen worden en in vergelijking met de langere vezels een minder fijn textiel als resultaat geven, wordt het katoen tijdens een speciaal kamproces gescheiden in verschillende lengtes.  Het gekamde katoen dat hierdoor ontstaat kan aansluitend verder verwerkt worden tot een glad garen. Gekamd katoen wordt overal gebruikt bij alle textieltoepassingen, behalve wanneer bepaalde optische en haptische effecten gewenst zijn, zoals bijvoorbeeld in jeansstof.